Nieuwe directeur Buurtpastoraat Utrecht

Buurtpastoraat Utrecht heeft weer een directeur. Met ingang van 1 mei is mevrouw drs. Henny van Hensbergen door het bestuur aangesteld. Als directeur zal mevrouw van Hensbergen leiding geven aan het team van buurtpastores en de stichting vertegenwoordigen in de contacten, ondermeer met partners in het werkveld, organisaties, gemeenteinstellingen en fondsen. Zij is voor ongeveer 12 uur per week beschikbaar voor de werkzaamheden.

Bedankt voor je tijd

Dag van een buurtpastor

Maar hoe ziet je dag er dan uit?’ vraagt ze verbaasd als ik vertel dat ik tijd en ruimte maak om gewoon even ergens te zijn in de buurt en te kijken wat er gebeurt.

‘Dat weet ik dus van tevoren heel vaak niet.’

‘Echt? En waar ben je dan bijvoorbeeld?’

‘In de speeltuin.’

In de speeltuin? Jij bent toch pastor?

‘Ja. Buurtpastor.’

‘Zonder afspraak?’

‘Ja, zonder afspraak.’

‘Maar is dat niet zonde van je tijd?’

‘Nee, in die tijd gebeuren vaak de mooiste ontmoetingen.’

Ze komt binnen met haar zoontje van een jaar of zes, schat ik in. Ik ken haar niet. Ze draait met haar schouders en verzucht, half in de lucht naar niemand dat ze moe is. Ik zit op een klein stoeltje kleren op te vouwen die aan te speeltuin zijn gegeven. Ze vraagt een glaasje water en we maken een praatje over de kleren. Ik zeg dat ik haar  nog niet eerder heb gezien en zij vertelt dat ze wat speeltuinen buiten haar buurt aan het proberen is. Ze vraagt wie ik ben en wat ik doe. Buurtpastor resoneert bij haar, merk ik. Ze komt net bij de voedselbank vandaan waar ze dit keer de tassen zelf heeft gesjouwd en op haar fiets gehangen. Normaal doet ze dat met hulp maar die was niet beschikbaar vandaag. Kleine stukjes informatie die mij een inkijkje geven in het leven van deze jonge vrouw en haar zoontje. Ze vertelt en ik luister. Over haar verlies van gezondheid na haar zwangerschap. Over een burenruzie die totaal uit de hand is gelopen, waardoor ze zich niet meer veilig voelt in haar huis. ‘Dus daarom ben je andere speelplekken aan het uitproberen.’ valt weer een puzzelstukjes bij mij op zijn plaats. Inderdaad, zo is het. Na veel aandringen en verschillende bedreigingen neemt de politie haar nu toch serieus. Maar zolang de aanklacht niet rond is, kan de hulpverlening niets doen, hebben ze tegen haar gezegd. Ik ken haar veertig minuten en ik hoor het verhaal van een vrouw die haar veilige basis kwijt is, de basis die ze nodig heeft om op krachten te blijven. Het zoontje is klaar met spelen en ze moet gaan. Ik bied haar aan een keer langs te komen en verder te praten over alles wat er is gebeurd en hoe nu verder. Ik zeg haar dat ik het ook niet kan oplossen maar wel kan luisteren en meedenken. ‘Heel graag,’ is haar reactie. ‘Ik hoopte al dat jij als pastor misschien wel naar me zou willen luisteren. Bedankt voor je tijd.’

Heleen Heidinga – Geuzenwijk

Ludgerus

Toen ik net in de wijk rondliep, had ik haar al eens in de speeltuin gezien. Ze komt altijd samen met haar dochter. Ze zondert zich meestal wat af en heeft weinig contact met de andere ouders. De eerste paar keer dat ik een gesprekje met haar heb, gaat het over dingen als het weer of over mij. Ze laat weinig van zichzelf zien. Daar praat ze liever niet over. Met haar dochter doe ik weleens een spelletje in de speeltuin of we maken samen een kleurplaat.

Dan komt er een middag waarop ze vraagt of ik haar wil helpen met het invullen van een enquête over de speeltuin. We vullen samen het formulier in, maar daaromheen bespreken we nog veel meer; wie ze is, haar ziekte, haar ex, gedoe met instanties, financiële sores. De weken daarna komt ze steeds een beetje meer los; de deur gaat steeds verder op een kier en ik mag meer en meer bij haar binnen kijken.

Twee weken voor Kerst word ik benaderd door een goed doel met de vraag of ik nog gezinnen weet die wel iets extra’s kunnen gebruiken. Ik denk meteen aan haar en haar dochter. Ik spreek haar in de speeltuin: Ik zou graag even bij je op bezoek komen. Ik heb iets voor je, maar dat geef ik liever niet in de speeltuin, dus ik wil graag even bij je thuis komen. Ze aarzelt maar stemt in. Ze vindt het hartstikke spannend om mij, als man, zomaar in haar huis toe te laten, hoor ik later via de speeltuin.

Het voelt als een feestje dat ik bij haar op bezoek mag komen. Haar dochter is blij dat ik op visite kom, laat me enthousiast haar speelgoed zien en heeft een cadeautje voor me geknutseld. Dan komt het moment dat ik haar de envelop geef. Als ze hem openmaakt, schieten de tranen in haar ogen. Is dat voor mij? Waarom is iedereen zo lief voor mij? Ze springt op en geeft me drie dikke zoenen op mijn wang. Ze kijkt even beduusd naar het geld. Wil jij anders ook de helft hebben?

Rutger van Breemen – Buurtpastor Stichting Buurtpastoraat Utrecht
Sinds 1 augustus 2016 is Rutger werkzaam als Buurtpastor in de 1e Daalsedijkbuurt.

Met de taxi

Met de taxi

Jeanet is ernstig ziek en hiervoor moet ze regelmatig naar het ziekenhuis. Ik ga altijd met haar mee. Ik ben er dan om haar te steunen bij alle onderzoeken die gedaan moeten worden, als extra paar oren bij de dokter (twee horen immers meer dan één) en naderhand kunnen we alles samen nog een keer doorspreken. Wat de dokter gezegd heeft, of het een beetje geland is en hoe het nieuws bij haar binnen is gekomen.

Jeanet is slecht ter been en kan niet op eigen gelegenheid naar het ziekenhuis komen. Gelukkig kan ze gebruik maken van de deeltaxi; daarmee kan ze voor een gering tarief naar het ziekenhuis gebracht worden. Het enige nadeel is, dat je de taxi soms moet delen en soms dus half Utrecht doorreist voor je naar het ziekenhuis gaat. Omdat Jeanet nog wel eens last heeft van paniekaanvallen, reis ik regelmatig met haar mee in de taxi; voor de zekerheid.

Deze keer moeten we nog een wat oudere dame ophalen voor we naar het ziekenhuis gaan. Jeanet zit voorin de taxi en ik achterin. De dame stapt in naast me op de achterbank. Zo ik bof maar, zegt ze in plat Utrechts, ik mag naast uw zoon zitten. Jeanet kijkt even om en zegt: Oh maar hij is niet mijn zoon hoor, hij begeleidt me. De vrouw naast me vindt het prachtig: Wat fijn dat u die begeleiding heeft. Dat zou ik ook wel eens willen. Ik ben de jongste uit een gezin van 12 en ik ben als enige over. Dat is wat hè? Dus ik ga altijd maar alleen naar het ziekenhuis. Kan iedereen u eigenlijk zomaar inhuren? Doet u dat dan vanuit het Rode Kruis of zo?

Ik vertel haar dat ik in de Eerste Daalsebuurt werk als buurtpastor en dat ik graag voor iedereen in de buurt beschikbaar en aanspreekbaar wil zijn. Pastor? Dus u bent van de kerk? Ik ben van katholieke huize, maar ik moet er niks meer van hebben! Uit welke kerk komt u dan? Het Leger ofzo? Ik voel me een beetje ongemakkelijk en voel een pijnlijk moment aankomen. Nee…ik ben ook katholiek. De vrouw kijkt me aan en haalt haar schouders op: Nou…ik ben er weggegaan. Het is toch vreselijk wat er allemaal gebeurd is?! Je hebt niks aan die kerk! Dan draait Jeanet zich om: Nou, dat vind ik niet! Ik ben blij dat ze er zijn! Ik word altijd hartstikke fijn geholpen door hem en door zijn collega. Ze staan altijd voor me klaar. Ze stonden naast me toen mijn man overleed en ook nu nog, nu ik zelf zo ziek ben. Ik zou ze niet kunnen missen!