Een avondwandeling

Door buurtpastor Robin de Jong

In september 2020 ben ik gestart als de nieuwe buurtpastor in Rivierenwijk. In deze eerste maanden doe ik een exposure (blootstelling) in de wijk. Exposure is ook te verstaan als je laten onderdompelen in je eigen kwetsbaarheid en naaktheid.
Je wandelt zonder aanknopingspunten, doelstellingen of agenda door de straten. Je komt niets halen maar je probeert beschikbaar te zijn voor bewoners. Aan te sluiten op de leefwereld van een ander, zijn of haar verhaal beetje bij beetje te leren kennen.
Ik wandel alleen en dat voelt vaak onbestemd en onbehagelijk. Ik heb nog geen mensen leren kennen, er zijn nog geen voordeuren waar ik welkom ben, geen plaatsen waar ik mij ‘thuis kan voelen.’

Onlangs maakte ik in deze donkere dagen voor Kerst een avondwandeling door Rivierenwijk. Achter de talloze ramen van de huizen spelen zich allerlei taferelen af:

Een grootmoeder met baby op de bank die naar de televisie kijken, een oude meneer achter een werktafel met grote lamp die treintjes verft, studenten die met elkaar aten, ouders die een ruziënd kind proberen te vermanen. Het is intiem. Het voelt herkenbaar en dichtbij.

Zoveel verschillende soorten levens en tegelijk zoveel overeenkomsten met je eigen leven. Ik was alleen op straat, maar toch gaven de taferelen in die huiskamers mij een gevoel van verbinding. Ik had het net zo goed zelf kunnen zijn.

Het deed mij denken aan het Kerstverhaal. Niet het verhaal wat alle grootsheid en glorie over de komst van de Mensenzoon benadrukt, maar een verhaal over een eenvoudig Joods echtpaar die in armoede, kou en ontbering op zoek zijn naar een plek van gastvrijheid, een plek om thuis te noemen.

Een plek, al is het maar voor even, perspectief en hoop kan bieden. Dat is voor mij Kerst. Dat door de duisternis en rauwheid van het leven heen, hoop verschijnt als een perspectief.

Een (giraffen)blik zegt meer dan…

Door buurtpastor Rutger van Breemen

Het was haar laatste wens: nog één keer naar de dierentuin, samen met haar geliefden. Ze is in de allerlaatste fase van haar ziekte gekomen en er was nog een aantal dingen die ze wilde doen. De dierentuin was misschien nog wel de grootste wens. Nog één keer naar de aapies!

Ik had de Stichting WensAmbulance Utrecht benaderd met deze wens en zij wilden graag meewerken. Zo vertrokken we van Utrecht op weg naar Rotterdam. Ik mocht samen met een van haar kleinzoons in de ambulance meerijden en haar dochter en andere kleinzoon reden met Monique mee. De speeltuinwerker die ook meeging, zouden we in Rotterdam treffen.

Het was fantastisch weer voor eind november: zonnetje, weinig wind en een aangename temperatuur. We begonnen bij het tropisch regenwoud. Daar fladderden talloze kleurrijke vlinders. Ze is dol op vlinders; haar hele huis hangt er vol mee. Het doet aan haar man denken. Hij is een vlinder geworden bij zijn overlijden, en zij gaat dat ook worden. Met een brede lach op haar gezicht lag ze te genieten van al de fladderende kleurenpracht om haar heen. Ze stak haar hand omhoog, maar geen van de vlinders durfde het aan om op haar hand te landen.

Langs leeuwen die haar brullend begroetten, kleurrijke vogels en salto-makende aapjes kwamen we in het Savanne-gebied. Via een loopbrug kwamen we bovenin het giraffenverblijf aan. De giraffen waren binnen, omdat ze net eten hadden gekregen. We stonden op een platform, waardoor we ongeveer op ooghoogte met de giraffen stonden. En toen gebeurde het. Een van de grootsten van het stel zag ons staan en kwam eens even polshoogte nemen, wie er zijn huis waren binnengekomen. Toen hij haar zag liggen op haar brancard, kwam hij dichter- en dichterbij. Zo dichtbij als hij maar kon. Hij keek haar recht aan. Met zijn grote ogen met lange wimpers. Hij bleef kijken. Diep, indringend, maar tegelijk begripvol en geduldig. Samen met de giraf zat ze minutenlang in dat moment. Er werd geen woord gezegd; alleen hun kruisende blikken, een zwijgend, verstild kijken. Zij en hij, samen in het moment. En wij stonden eromheen, als getuigen.
Heel even nam hij alles op zijn hoge schouders, zo leek het. Zo vóélde het. Ze moest erom huilen. “Dit had ik echt nooit willen missen! Hij begrijpt me gewoon. Hij voelde het aan! Dit zal ik nooit vergeten!”