Skip to content

Alfredo

Op een middag in augustus heb ik een afspraak met Alfredo. Ik kom al jaren bij zijn ouders over de vloer maar hun volwassen zoon heb ik nooit ontmoet. Alfredo doet de deur open en ik loop achter hem aan zijn woonkamer binnen. De huiskamer van Alfredo is strak ingericht en er staan bijna geen meubels. ‘Ik heb een minimalistische levensstijl’, zegt Alfredo. Dat geeft me rust.’ Dat heb ik nog niet vaak gehoord in mijn werk als buurtpastor in Hoograven.

Alfredo heeft natuurkunde gestudeerd en een aantal jaar op een middelbare school gewerkt. Twee jaar geleden kwam hij thuis te zitten met corona. Aanvankelijk leek hij te herstellen maar de vermoeidheidsklachten bleven aanhouden en de prikkels van het onderwijs waren veel te veel voor hem. Inmiddels zit hij al bijna twee jaar thuis. Ik vraag hoe dat voor hem is. ‘Ik probeer er het beste van te maken en heb goede hulp van de fysiotherapeut’, zegt hij. ‘Maar het is ook wrang, want iedereen zat thuis maar de scholen moesten open blijven. En ik kreeg ook geen voorrang voor een vaccinatie. En nu heb ik long covid…’

Het ziet er niet naar uit dat Alfredo terug kan keren naar de school waar hij met veel plezier gewerkt heeft. Hij moet daarom een WIA uitkering aanvragen. Hij heeft alle papieren al met potlood ingevuld en vraagt mij het te lezen. ‘Wel fijn als je even meeleest’, zegt hij wat verlegen. Ik zeg dat ik me dat goed voor kan stellen. Alles is correct ingevuld en kan zo op de post.

Een paar weken later appt Alfredo mij een brief door van het UWV waarin gevraagd wordt of de uitkering direct naar hem gestort moet worden of dat dit via zijn werkgever gaat. Ik weet niet precies wat handig is. ‘Misschien verstandig om even met het UWV te bellen en te vragen wat gebruikelijk is?’ app ik terug. Even later krijg ik een appje terug: Kan jij misschien bellen want ik heb een traumatische ervaring gehad met een instantie en raak in paniek als ik moet bellen.’

Ik had Alfredo ingeschat als iemand die mondig is en zijn zaken goed kan regelen en had dit niet achter hem gezocht. Ik zeg dat ik dat naar vind om te horen en dat het goed is dat hij dat aangeeft. We spreken af dat ik bij hem langs kom en dan bel zodat we kunnen overleggen als dat nodig is. Later die week zitten we aan zijn eettafel om te bellen en worden we goed te woord gestaan. ‘Pff, wat vind ik dit spannend’, zegt Alfredo als ik heb opgehangen. ‘Wil je vertellen wat je hebt meegemaakt?’, vraag ik voorzichtig. Alfredo knikt en begint te vertellen. ‘Je weet toch hoe het erbij mijn ouders aan toe gaat? Mijn moeder altijd in de stress en mijn vader meer dronken dan nuchter?’ Ik knik. Alfredo vertelt dat hij hier als student enorm last van had. Op advies van zijn maatschappelijk werker heeft hij een kamer gezocht om meer rust te krijgen om te kunnen studeren. Hij is bij zijn oudere zus en zwager in Leidsche Rijn gaan wonen. Na enkele maanden stond er een inspecteur van Duo op de stoep om na te gaan of hij daar echt woonde. Alfredo was niet thuis en zijn zus wilde de inspecteur niet binnen laten. Een week later kreeg hij een brief van Duo. Zij beschuldigden hem van fraude, hij zou niet bij zijn zus maar gewoon bij zijn ouders wonen en ten onrechte een uitwonende beurs krijgen. Alfredo vertelt dat hij alles terug moest betalen, hij een boete kreeg en dat zijn studiefinanciering werd stopgezet. Tijdens de bezwaarperiode kwamen er steeds inspecteurs langs bij hem en zijn ouders om te achterhalen waar hij woonde. ‘Het was zo vernederend. Ik voelde me een crimineel. Ze hebben mijn kledingkast onderzocht en vroegen of ik kon bewijzen dat dit mijn kleding was en niet die van mijn zwager.’ Uiteindelijk heeft Alfredo een advocaat in de arm genomen en heeft hij de rechtszaak tegen Duo gewonnen. ‘Al met al heeft dat twee jaar geduurd en dat heeft mijn hele studententijd verpest.’ Ik vind het erg om te zien dat iemand slachtoffer is van een beleid dat op wantrouwen is gebaseerd en zeg dat ik snap dat hij geen vertrouwen meer heeft in overheidsinstanties. Alfredo zegt dat hij het stom van zichzelf vind maar zo in paniek raakt als hij moet bellen. ‘Ik vind het helemaal niet stom’, zeg ik. ‘Je bent slecht behandeld en dat vertrouwen is niet zomaar terug.’

Een paar weken later ben ik weer bij Alfredo. ‘Ik heb een vaststellingsovereenkomst gekregen’, zegt hij. Samen nemen we het door en vragen we juridisch advies voordat hij tekent. Alfredo is blij als alles blijkt te kloppen en hij een mooi bedrag op zijn rekening krijgt. Hij belt me op en vertelt dat het iets beter met hem gaat. ‘ En weet je wat? Ik heb mezelf eens verwend en heb een museumjaarkaart besteld dan kan ik er af en toe op uit  deze zomer!’

Elizabeth van Dis, buurtpastor Stichting Buurtpastoraat Utrecht

Categorieën

Archief