Bij het aanvragen van ondersteuning in energiekosten komt er veel voorbij. Wat er allemaal rond de keukentafel gebeurt heeft Rutger van Breemen opgeschreven.
Veel buurtbewoners kampen deze periode met flinke zorgen over de energierekening. Ze wonen vaak in slecht geïsoleerde huizen en dat komt hen nu – letterlijk – duur te staan. Maandtermijnen voor energie van boven de €500 kom ik met regelmaat tegen. Zo ook bij de familie Andrès. Zij wonen met zijn vijven in een huurhuis: vader, moeder, en drie puberkinderen. Ze moeten rondkomen van een WIA-uitkering en een kleine aanvullende bijstand. Daarnaast betalen ze nog schulden uit het verleden af. En toen kwam ineens de brief van Eneco, dat hun nieuwe termijn ruim €650 per maand zou zijn.
Ik zit met mevrouw Andrès aan de keukentafel. Ze heeft een dik fleechevest aan, want de kachel is uit. We warmen onze handen aan de oploskoffie die ze gemaakt heeft. Op mijn laptop staat het lijstje met alle documenten die we moeten verzamelen voor de aanvraag voor extra ondersteuning in de energiekosten vanuit de gemeente. Het is een hele waslijst, die ze vragen. Sommigen zijn redelijk makkelijk op te sporen, zoals loonstroken, afschriften, beschikkingen van de toeslagen. Maar er wordt bijvoorbeeld ook een huurcontract gevraagd; terwijl ze al ruim 20 jaar in dit huis wonen. Samen zoeken we alle documenten, loggen we in met Digid en verzamelen we langzaam maar zeker alles wat we nodig hebben. Het is een hele klus.
Terwijl we zo bezig zijn, is het een komen en gaan van mensen in de keuken. Meneer Andrès komt de keuken in. Hey, Rutger, zegt hij, Lang niet gezien! Hoe is het met je? Ik zie hem weinig, want meestal slaapt hij nog als ik er ben, of is hij naar een therapie toe. Nu gaat hij even een boodschap doen en tref ik hem toevallig. We praten bij over zijn gezondheid en over de financiële zorgen. Maar daar weet zij meer van! zegt hij liefdevol. Als hij naar de winkel vertrekt, vervolgen wij onze zoektocht naar de documenten.
Een paar formulieren later komt Carlo, de jongste zoon, aanfietsen. Ik ken hem al sinds hij 9 was, en nu is het een 15-jarige knul die midden in de puberteit zit. Hey, zegt hij met zijn –tegenwoordig- zware stem, ik was mijn brood vergeten, dus nou ben ik in de pauze snel heen en weer. Hij drinkt snel een halve liter melk weg en stopt wat boterhammen in zijn tas. Ik vraag hoe het met hem en op school gaat. Goed, hoor, zegt hij, ik mag binnenkort stage gaan lopen. Dat lijkt me wel leuk! Zijn moeder breekt in: En hij heeft tegenwoordig een meisje, hè Carlo! Daardoor doucht hij ineens heel vaak. Weer allemaal extra gas! Carlo kijkt me verlegen, maar ook trots aan en zegt dan: Mam! Dat zou je niet aan iedereen vertellen… Zijn moeder lacht: Rutger mag het toch wel weten!
Rutger van Breemen