Toen ik net in de wijk rondliep, had ik haar al eens in de speeltuin gezien. Ze komt altijd samen met haar dochter. Ze zondert zich meestal wat af en heeft weinig contact met de andere ouders. De eerste paar keer dat ik een gesprekje met haar heb, gaat het over dingen als het weer of over mij. Ze laat weinig van zichzelf zien. Daar praat ze liever niet over. Met haar dochter doe ik weleens een spelletje in de speeltuin of we maken samen een kleurplaat.
Dan komt er een middag waarop ze vraagt of ik haar wil helpen met het invullen van een enquête over de speeltuin. We vullen samen het formulier in, maar daaromheen bespreken we nog veel meer; wie ze is, haar ziekte, haar ex, gedoe met instanties, financiële sores. De weken daarna komt ze steeds een beetje meer los; de deur gaat steeds verder op een kier en ik mag meer en meer bij haar binnen kijken.
Twee weken voor Kerst word ik benaderd door een goed doel met de vraag of ik nog gezinnen weet die wel iets extra’s kunnen gebruiken. Ik denk meteen aan haar en haar dochter. Ik spreek haar in de speeltuin: Ik zou graag even bij je op bezoek komen. Ik heb iets voor je, maar dat geef ik liever niet in de speeltuin, dus ik wil graag even bij je thuis komen. Ze aarzelt maar stemt in. Ze vindt het hartstikke spannend om mij, als man, zomaar in haar huis toe te laten, hoor ik later via de speeltuin.
Het voelt als een feestje dat ik bij haar op bezoek mag komen. Haar dochter is blij dat ik op visite kom, laat me enthousiast haar speelgoed zien en heeft een cadeautje voor me geknutseld. Dan komt het moment dat ik haar de envelop geef. Als ze hem openmaakt, schieten de tranen in haar ogen. Is dat voor mij? Waarom is iedereen zo lief voor mij? Ze springt op en geeft me drie dikke zoenen op mijn wang. Ze kijkt even beduusd naar het geld. Wil jij anders ook de helft hebben?
Rutger van Breemen – Buurtpastor Stichting Buurtpastoraat Utrecht
Sinds 1 augustus 2016 is Rutger werkzaam als Buurtpastor in de 1e Daalsedijkbuurt.