Maak kennis met Erica Euving

door Erica Euving

Wat fijn om weer in Utrecht te mogen werken en me te mogen inzetten voor dit bijzondere werk. Het Buurtpastoraat heb ik tot voor kort van een afstand meegemaakt. Via verhalen van de pastores op diaconale bijeenkomsten en als collega-organisatie in de stad. Ik kijk ernaar uit het beter te leren kennen.

Nu, in deze bijzondere tijd van afstand houden, dompel ik me onder in het werk van de aandacht en nabijheid. En dat schuurt. Hoe geven we als Buurtpastoraat de zo gewenste nabijheid vorm terwijl we lijfelijk afstand moeten houden?  Dat is ervaren, zoeken, uitproberen reflecteren en leren. Gelukkig is die benadering het Buurtpastoraat niet vreemd. Ik zal de komende periode in elk geval veel lezen en digitale gesprekken voeren.

Recent werkte ik bij Stem in de Stad in Haarlem, een inloophuis en diaconaal maatschappelijk centrum  werkend vanuit de presentiebenadering. Het is in dezelfde tijd ontstaan als het Buurtpastoraat. Daarvoor was ik verbonden aan Present Utrecht, een lokale vrijwilligersorganisatie die mensen aan elkaar verbindt om elkaar tot hulp te zijn. Mijn rol was vaak die van trekker, manager of beleidsmedewerker.
Ik heb altijd gewerkt in organisaties waarvoor gecollecteerd wordt. Mensen vinden het werk of doel belangrijk en geven hun geld en tijd om dat mogelijk te maken. En ik mag dan meehelpen om het werk te organiseren. Dat voelt als een verantwoordelijkheid. En tegelijk als een gedragen worden door velen. Het stemt dankbaar.

Afgezien van drie jaar elders, woon ik al 35 jaar in Utrecht. De stad heb ik sinds mijn studententijd zien veranderen. Soms ten goede en soms verlies ik iets.
Blossom030 is nu al 10 jaar mijn spirituele thuis. Een netwerk/community van creatieve mensen die vanuit de christelijke inspiratie zich aan elkaar en hun leefomgeving verbinden met het oog op de bloei van de stad. We vieren, maken en organiseren samen. Er is een verbinding met de Protestantse Gemeente Utrecht.

Ik kijk uit naar de kennismaking en samenwerking met u, met mensen, organisaties en het werk. Als er iets is dat u als lezer van de Nieuwsbrief aan me kwijt wilt, mee wilt geven of iets anders wilt bespreken: graag. Voorlopig gaat dat het beste per telefoon (06 13 06 82 30)
of mail (e.euving@buurtpastoraatutrecht.nl).

Thuiswerken

door Elizabeth van Dis, buurtpastor Hoograven

Daar zit ik dan aan mijn eettafel. ‘Thuiswerken als buurtpastor? Hoe doe je dat?’, vraag ik mezelf af. Normaliter loop ik door de buurt en ben ik bij mensen thuis. Meestal met een aantal afspraken en de tijd tussendoor besteed ik waar nodig, afhankelijk van wat buurtbewoners mij vragen. ‘Zal ik bewoners gaan bellen? Of zal ik eerst eens allerlei achterstallige klusjes oppakken?’ Terwijl ik daarovElizabeth van Diser nadenk gaat mijn telefoon. ‘Ha Elizabeth met Nour’, hoor ik. ‘Hoi Nour, wat leuk dat je belt, hoe is het?’ Nour vertelt dat hij erg aan alles moet wennen. ‘Mijn begeleider komt niet meer en ik moet heel erg uitkijken met boodschappen doen. Dat vind ik echt spannend!’ En hij mist de koffietafel bij de Albert Heijn… ‘Is het buurthuis nog wel open?’, vraagt hij. ‘Helaas niet meer’, zeg ik. ‘Die corona-rotzooi maakt iedereen eenzaam’, zegt hij somber. Wat zou ik graag even bij hem lang gaan. Ik merk dat hij onthand is nu zijn dagelijkse structuur helemaal is weggevallen. We bespreken wat hij vandaag kan gaan doen en ik merk dat hij wat rustiger wordt. ‘Zullen we regelmatig blijven bellen?’ vraag ik. Daar is Nour blij mee. Als ik heb opgehangen maak ik een lijstje van mensen die ik wil bellen. Ondertussen komen er allerlei appjes binnen. ‘Of ik echt niet langs kan komen?’ ‘Mijn man zit vast in Algerije en hoe moet dat als de baby straks komt?’ ‘Kunnen we ook belastingaangifte via de telefoon doen?’ De dag vliegt voorbij en ik ben gesloopt aan het eind van de dag. De dagen daarop begin ik meer in een ritme te komen met een aantal belletjes, verschillende pauzes en allerlei andere klusjes.

Op een middag besluit ik Mies te bellen. Ik heb haar al een tijd niet gesproken maar ik kan me voorstellen dat de coronacrisis veel impact op haar heeft. Met name omdat zij een ernstige vorm van astma heeft. ‘Wat lief dat je belt!’, zegt ze. ‘Leuk je stem te horen’, zeg ik. ‘Ik kan me voorstellen dat het voor jou ook wel pittig is in deze tijd. Je ziet waarschijnlijk bijna niemand?’ ‘Ach’, zegt ze. ‘Bij mij is er niet echt wat veranderd hoor. Ik zie sowieso eigenlijk nooit iemand.’ Het raakt me dat ze dit klip en klaar zegt en ik realiseer me dat ik opeens alles door een corona-bril bekijk! ‘Goh, dus voor jou is het niet heel anders dan anders?’ zeg ik. Mies vertelt dat ze al een tijd geen vrijwilligerswerk meer doet en alleen af en toe boodschappen gaat doen. Terwijl ik met Mies bel komen er achter elkaar skype oproepen binnen van Lina. Ik klik ze weg en zet het geluid uit. Mies vertelt ondertussen dat ze zich best zorgen maakt over corona en haar astma klachten. Ik zet Lina uit mijn hoofd en richt me op Mies. We bespreken haar zorgen en praten drie kwartier door. ‘Wat fijn om even van me af te kunnen praten!’ ‘Hoe gaat het eigenlijk met jou? Kan jij je werk nog wel doen?’ Ik vertel dat ik veel aan het bellen ben en vanuit huis werk. ‘De ene dag gaat het beter dan de andere dag.’ ‘Ja? Gaat het niet altijd vanzelf?’, vraagt Mies. ‘Ik zeg dat ik sommige dagen snel afgeleid ben of meer zou willen doen en dat andere dagen goed gaan.’ ‘Dan zeg ik wat je altijd tegen mij zegt Elizabeth’, zegt Mies. ‘Rustig aan doen en wees tevreden met kleine stappen die je neemt. Niet te streng zijn voor jezelf!’

Nadat ik Mies gesproken heb, bel ik Lina terug via skype. ‘Het lukt me allemaal niet’, zegt Lina gefrustreerd. Ze zit met een zak snoep voor haar computer. ‘Mag ik ook een snoepje?’, vraag ik. Lina lacht en doet net alsof ze mij een snoepje geeft. Ze vertelt dat ze niet kan inloggen op zoom en de instructie gemist heeft en ze snapt ook niks van haar taalopdracht. Het valt me op dat Lina super handig is op de computer en haar scherm met mij kan delen. Samen instaleren we Zoom en ik leg haar taalopdrachten uit. ‘Zullen we morgen weer skypen?’ Dat spreken we af.

Ik spreek Lina regelmatig. Ik krijg een ander beeld van haar thuissituatie. De ouders van Lina zijn vaak niet thuis en als ik haar rond 10.30 bel, komt ze net uit bed. ‘Ik heb vannacht tot 02.00 gegamed’, zegt ze gapend. ‘Leuk dat je kan gamen’, zeg ik. ‘Maar nu ben je volgens mij heel erg moe?’ Lina gaapt en knikt: ‘Het is moeilijk om te stoppen’ zegt Lina. We praten er nog even over door en schakelen dan over op de Engelse les. ‘Werk je morgen ook?’, vraagt Lina. ‘Nee, morgen ben ik vrij’, zeg ik. ‘Ik heb gemerkt dat je je telefoon niet opneemt als je vrij bent’, zegt ze. ‘Klopt’, zeg ik. ‘Soms moet ik ook andere dingen doen.’ Ik zeg dat zij op maandag ook vrij is omdat het dan Pasen is. ‘Oh ben jij dan ook vrij?’, vraagt ze. ’Ik ben dan ook vrij’, zeg ik. ‘Fijne… eh.. Fijne Pasen Elizabeth’, zegt ze en ze vervolgt: ‘Dat heb ik nog nooit tegen iemand gezegd!’

Drs. Erica Euving nieuwe directeur Buurtpastoraat Utrecht

Het Buurtpastoraat Utrecht heeft een nieuwe directeur. Het bestuur van de Stichting heeft met ingang van 1 april 2020 drs Erica Euving in deze functie benoemd. Het bestuur is zeer verheugd dat mevrouw Euving het directeurschap direct op kan pakken. Het overdragen en inwerken vraagt vanwege de coronacrisis-beperkingen wel wat creativiteit. Team en bestuur zien uit naar de samenwerking, hebben daar veel vertrouwen en verwelkomen Erica van harte in ons midden.

Jaarverslag 2019 verschenen en verstuurd

Enkele dagen geleden is het  jaarverslag 2019 verschenen en op de post gedaan naar onze relaties. De drukuitgave omvat naast het zakelijk verslag ook de verhalen waarin de buurtpastores voorbeelden uit de praktijk van hun werk delen. In de webversie worden deze delen niet gepubliceerd om de privacy van de contacten zo optimaal mogelijk te beschermen. Een drukexemplaar kan aangevraagd worden info@buurtpastoraatutrecht.nl

 

Buurtpastoraat in tijden van corona

door Heleen Heidinga, buurtpastor Geuzenwijk

Ze is bezorgd, bang eigenlijk. Ayshe is al weken ziek, ook al voor de Corona, maar nu blijft ze maar hoesten en is ze benauwd. De telefoongesprekken met mij zijn inspannend voor haar, omdat ze er alleen maar meer van gaat hoesten. Maar ze wil ook graag haar verhaal kwijt en haar angst delen. Ik vind het moeilijk om aan te horen en maak me zorgen. De dokter heeft haar pufjes gegeven en zegt dat het weheleenl meevalt. Zij voelt zich niet serieus genomen. Ik druk haar op het hart de dokter terug te bellen als ze het gevoel heeft dat ze achteruit gaat of als ze zich zorgen maakt. En ik leg uit dat het echt zo is dat mensen pas getest worden in het ziekenhuis. We bellen dagelijks en ik merk qua gezondheid wel een verbetering bij haar. Van een afstand probeer ik dichtbij te blijven om te kunnen inschatten wat er nodig is.

Haar jongste zoon die in groep 8 zit, heeft na twee en een halve week thuis scholing nog steeds geen beschikking over een laptop. Dat baart mij zorgen. Ayshe heeft even genoeg aan haar eigen gezondheid en kan niet ook nog eens achter een laptop aan. Ze heeft het wel bij school aangegeven maar hun oplossing dat hij dan maar op de telefoon van zijn moeder een aantal dingen moet doen, werkt niet. Ik doe een aanvraag voor een gebruikte laptop bij Stichting Leergeld en ik hoop dat zij snel iets kunnen betekenen. Leergeld wordt overspoeld met aanvragen en heeft het dus erg druk. Dat geeft meteen een beeld van hoeveel kinderen de eerste weken van thuisscholing het zonder laptop moeten stellen.

We bellen dagelijks en ik merk meer verbetering bij haar. Je klinkt minder benauwd Ayshe, je hoest ook minder, zeg ik. Merk je dat zelf ook?  Ze merkt het wel, haar bezorgdheid blijft. Een bezorgdheid die wordt gevoed door de berichten van overlijden om haar heen: de schoonmoeder van de overbuurvrouw, de vader van een vriendinnetje, de schoonvader van haar schoonzusje in Marokko, een heel gezin dat in het ziekenhuis in Utrecht ligt, de dood is angstig dichtbij. Stel nu dat ik dood ga Heleen, dan wil ik mijn kinderen echt niet achterlaten met allemaal kosten. En ik kan ook niet begraven worden in Marokko, want daar kan niet naartoe gevlogen worden. Ze heeft gehoord dat er nu in Almere ook begraven kan worden volgens de Islamitische richtlijnen. Dat wil ze dan eigenlijk wel liever, dan kunnen haar kinderen haar ook bezoeken. Maar ze is niet verzekerd voor een Nederlandse begrafenis en daar zit haar zorg. Als ze dat nu nog allemaal moet regelen, dan moet ze honderden euro’s per maand gaan betalen, geld dat ze niet heeft en niet kan missen.
Ik hoor haar paniek en weet ook dat ze dan opeens grote beslissingen kan nemen. Ik vervloek dat stomme virus, waardoor ik nu niet rustig samen met haar op de bank kan zitten om te praten. Haar niet in de ogen kan kijken en kan zien wat er in haar om gaat, of een arm om haar heen kan slaan.  Ik besluit haar mee te nemen naar 3 weken geleden, omdat ze dan hopelijk zelf ook inziet dat het echt beter met haar gaat.

Lieve Ayshe, zeg ik, het gaat veel beter met je dan 3 weken geleden. Weet je nog hoeveel je toen hoestte? Weet je nog hoe het klonk als je diep inademde? Ja dat weet ik wel, zegt ze, maar…
Nee, zeg ik, even luisteren nog. Jij bent aan de beterende hand. Die Corona, als je die hebt, die duurt lang, daar moet je nog tijden van herstellen. Jij bent weer de hele dag uit bed, je kookt en je zorgt voor je kinderen. Dat deed je toen niet toch? Nee, dat is waar, zegt ze. Als je terugdenkt aan toen, en kijkt hoe je nu bent, wat denk je dan? Ze denkt na. Ja dan voel ik me wel beter ja, zegt ze. Ik heb het idee dat het kwartje nu valt.  Ik stel die begrafenispolis nog maar even uit denk ik, zegt ze. Lijkt me verstandig, antwoord ik opgelucht.

Twee dagen later ontvangt ze per mail een kortingscode voor het aanschaffen van een tweedehandslaptop bij een winkel waar Leergeld bij is aangesloten. Alle laptops in die prijscategorie zijn uitverkocht.