Ze is niet bang voor me

“Mijn buurtpastor en mijn broer”, antwoordt een gedetineerde op mijn vraag wie ‘buiten’ belangrijk voor hem zijn. Meneer komt uit een gebroken gezin en groeide op in een achterstandswijk. Zijn vader ontviel hem op zijn dertiende en met zijn moeder heeft hij al een tijd geen contact; zij verkoos haar nieuwe vriend boven haar twee zoons.

Meneer heeft al een paar keer vastgezeten. De hoeveelheid hulpverleners die hij de afgelopen jaren voorbij zag komen, is niet te tellen. Vertrouwen heeft hij niet meer in de hulpverlening. Daarvoor zag hij teveel verschillende gezichten in korte tijd. Dat begon bij hem al in de jeugdzorg, waar sprake was van een hoog ziekteverzuim en grote uitstroom van medewerkers. Constante factoren de afgelopen jaren waren zijn wijkagent en de buurtpastor.

“Bijzonder aan de buurtpastor is, is dat ze niet bang voor me is. Zij gelooft in mij, dat voel ik en dat weet ik door hoe ze naar mij kijkt en tijd voor me maakt, ook als ik me door mijn gedrag weer eens totaal onmogelijk gemaakt heb. Zij kent mij en doorgrondt mij en ze schuwt de confrontatie niet.

Ze zoekt me op als ik mezelf onvindbaar maak voor de hulpverlening, alsof ze aanvoelt dat ik door mijn afwezigheid in de wijk juist schreeuw om aandacht en een beetje liefde. Alsof ze aanvoelt dat ik dan weer wat stoms gedaan heb. Dan zwaait ze naar me, gaat op de grond zitten zonder wat te zeggen. Soms zijn we wel vijf minuten stil. En vaak begin ik dan. Te schelden, te janken of te fluisteren, het maakt niet uit want ik weet dat zij het kan hebben. Ze luistert. En zit daar met een lieve glimlach, blij dat ze me gevonden heeft.

Als het nodig is, durft ze me de waarheid te zeggen ook al weet ze dat ik dat heel pijnlijk vind. En dus ook heel boos op haar kan worden. Het klinkt misschien raar maar deze vrouw houdt van mij en daar snap ik vaak zelf niks van want ik gruw vaak van mezelf en mijn vreselijke gedrag”, aldus de gedetineerde. “Toch houdt ze van me.”

Geert Rozema, bestuurslid
Hij werkt als rk geestelijk verzorger in een gevangenis

 

Terugblik van bewoners op het afgelopen jaar

Stichting Buurtpastoraat is in samenwerking met professor Andries Baart en oud-collega Monique de Bree gestart met een narratief onderzoek dat zich richt op de vraag hoe buurtbewoners het voorbije (corona)jaar hebben beleefd.
De pastores hebben de afgelopen tijd enkele diepte-interviews afgenomen die we zorgvuldig met elkaar analyseren en waarbij we bespreken wat de input uit de interviews ons te zeggen heeft voor ons werk. Het is erg leerzaam om zo met elkaar aan de slag te zijn. Fonds Franciscus heeft bijgedragen aan de financiering van dit project. De komende tijd gaan we door met de interviews en analyses. In november hopen we het onderzoek af te ronden en de conclusies met u, de buurtbewoners en andere belangstellenden te delen

Een bom in de straat…

Dat was schrikken. Eind juli ontplofte er een bom in Kanaleneiland. In een flatportiek, op 1-hoog. Midden in de nacht gebeurde het. De mensen schrokken wakker en diverse ramen lagen er uit. Het bleek een bombrief. Er zijn sterke vermoedens dat dit een afrekening in het drugscircuit was. Ik voel nog de verbijstering en ontzetting bij de buurtbewoners die ik erover sprak. “En wanneer zijn we nou weer veilig, wij en onze kinderen? Wie zegt ons dat het niet nogmaals gebeurt?” De politie doet z’n best, de wijkagent komt vaker langs, maar de schrik zit er goed in.

Het drugsgerelateerde geweld is heel dichtbij in deze straat. Dat is de leefwereld waarin ook veel kinderen opgroeien hier. Een aantal van die kinderen maak ik mee in mijn werk hier als buurtpastor. Ik leer ze kennen bij de kindertuintjes in deze straat. Twee jaar geleden zijn die tuintjes hier aangelegd, bedoeld voor de kinderen. Sinds enige tijd kom ik er ook graag even langs. In het begin stond het onkruid erg hoog en gebeurde er niet veel. Maar er is wat veranderd. Als ik er nu na schooltijd ben, komen er vaak meerdere kinderen. Zo leren we elkaar steeds beter kennen. Ik help een beetje met het wieden in de paadjes, terwijl de kinderen zich bezig houden met hun eigen tuin. Ondertussen praten we over van alles en nog wat; over wat ze willen zaaien, over hoe dat moet, over wie er ook een tuintje mag, over het organiseren van tuingereedschap, over de beestjes die we tegenkomen en of ze gevaarlijk zijn, over het hek eromheen, over school, over vriendjes en over rotjongens, over op vakantie gaan of niet – over duizend en een onderwerpen uit het leven van deze kinderen. Ik merk dat deze tuintjes steeds meer een plek van ontmoeting en gezelligheid worden, een plek waar ze graag komen.

Laatst zei een van de jongens tegen mij: meneer, ik ga zo weer spelen hoor, maar 1 ding wil ik u nog wel even zeggen: wat goed dat u naar kinderen luistert!… Ik was verrast en vereerd. Het is precies wat ik wil; aandacht geven aan deze kinderen. Zodat ze ontdekken wie ze zijn en wat ze willen. En hopelijk in de toekomst niet bezwijken voor de verleiding om het snelle geld te verdienen met het wegbrengen van drugspakketjes… Zodat ze uit het drugsgeweld blijven… De burgemeester zei laatst ook al in de media, dat er nodig preventief gewerkt moet gaan worden. Nou, we doen ons best!

Tussen witte bonen en asjoerasoep

Ik krijg een spraak WhatsApp van Esila: “Heleen, heb je morgen tijd? ik wil praten.” Ik stuur een spraakberichtje terug, dat ik ’s ochtends langs kan komen. Er is van alles aan de hand met haar kinderen dus ik kan wel zo ongeveer raden waar het gesprek over zal gaan. Vorige week hebben we een gesprek gevoerd met andere hulpverleners. Esila moet dat dan altijd even laten bezinken en wil daarna vaak nog eens met mij samen van gedachten wisselen en vragen stellen die ze nog niet bedacht had of die ze niet durfde te stellen in het eerdere gesprek.

witte bonenAls ik binnenkom ligt de woonkamer vol met bonen uit de tuin. “Wow, wat veel!” zeg ik, “wat ga je er nu mee doen?” Ze vertelt dat ze de bonen allemaal stuks stuks gaat verdelen in zakjes en dan gaat invriezen. “Heel lekker Heleen, met vlees en couscous en dan beetje bonen.” Ze vraagt of ik ook van witte bonen houd en die veel gebruik. Ik vertel dat ik witte bonen eigenlijk alleen ken van witte bonen in tomatensaus uit een pot en dat ik dat niet zo lekker vind. Esila verzekert mij dat dit echt heel anders is en dat ik het eens moet proberen in een vleesgerecht. “Ik kom graag bij jou in de leer”, zeg ik lachend. “Goed, goed”, zegt ze, nu ook lachend. Als Esila kookt en vertelt over eten, dan is zij in charge. Dan kan ik van haar leren.

Ik krijg thee en een soort zoete soep. “Heleen, eten”, zegt ze in haar typerende Nederlands dat ik inmiddels heel goed begrijp. Het blijkt asjoerasoep te zijn. Die hoort op de tiende dag van het nieuwe Islamitische jaar met elkaar gegeten te worden. Esila vertelt dat ze die soep dus eigenlijk gisteren had moeten uitdelen, maar door alles wat er toen gebeurde met haar zoon,  is ze dat helemaal vergeten. Terwijl ik soep eet, vertelt zij. Ik luister en stel vragen. In al die jaren dat ik haar nu ken, zie ik dat ze enorme stappen heeft gezet als het gaat om haar zoon. Het zijn kleine stapjes geweest met veel vallen en opstaan, maar als je terugkijkt kun je de verandering duidelijk zien. Ze heeft aan den lijve ondervonden dat het voor hen allebei niet goed is om hem steeds de hand boven het hoofd te houden. “Ja Heleen, niet makkelijk”, zegt ze, terwijl ze haar tranen droogt. “Nee, dat is het zeker niet”, zeg ik, terwijl ik mijn laatste hap soep neem. “‘Maar je hebt het goed gedaan. Als je bedenkt hoe het vijf jaar geleden tussen jullie ging, hebben jullie samen toch al heel wat veranderd.”

“Ja, dankjewel,” zegt ze met een waterig lachje. We zijn samen even stil en laten alles bezinken.

“Nog soep, Heleen?”

Nieuwe penningmeester gezocht

Buurtpastoraat Utrecht zoekt penningmeester
Wil je als vrijwilliger meewerken aan een organisatie die zich kenmerkt door trouwe aandacht en liefdevolle zorg voor met name kwetsbare mensen in Utrecht? En kennen cijfers weinig geheimen voor je? Dan hopen we met jou kennis te maken als onze nieuwe penningmeester.

Stichting Buurtpastoraat Utrecht is een ANBI-erkende stichting, werkzaam op het snijvlak van kerk en samenleving. Het Buurtpastoraat heeft wortels in de Rooms-Katholieke Kerk en heeft brede steun bij veel kerken in Utrecht. Het Evangelie vormt voor ons een inspiratiebron. Het is een kleine organisatie waarbij veel in gezamenlijkheid wordt gedaan. Vijf buurtpastores zijn verbonden aan verschillende buurten van Utrecht. Een directeur zorgt voor de algehele leiding en is het scharnierpunt tussen buurtpastores en bestuur. Het bestuur bestaat uit vijf leden en een vrijwilliger die notuleert. De begroting is rond de drie ton.

Het gaat ons bij het Buurtpastoraat om het goede leven te zoeken met mensen, zowel in hun persoonlijk leven als in de buurtsamenleving. We sluiten bij mensen aan. Bij wat kapot is in hun leven, bij wat pijn doet en almaar niet wil lukken. Maar ook bij het goede, wat te vieren valt, de krachten en talenten die we ontdekken. Vijf deeltijd buurtpastores zijn zo op het héle leven gericht.. We werken vanuit de presentiebenadering. Buurtbewoners en het buurtleven bepalen onze agenda

De pastores zijn hoogopgeleide professionals die met een grote mate van zelfstandigheid hun werk doen. Op www.buurtpastoraatutrecht.nl staan verhalen over ons werk. Ook de jaarverslagen zijn daar te vinden.

Wat doet de penningmeester?
De penningmeester is verantwoordelijk voor de financiën van de stichting. Concreet houdt dit het volgende in: de penningmeester

  • is lid van het bestuur en doet mee aan de besluitvorming in de bestuursvergadering.
  • zorgt jaarlijks voor een begroting en jaarrekening die wordt goedgekeurd in de bestuursvergadering.
  • zorgt ervoor dat de betalingen die nodig zijn ook daadwerkelijk worden gedaan.
  • waakt over de te ontvangen gelden en signaleert wanneer dat nodig is.
  • denkt mee over het verkrijgen van gelden van donoren als inkomsten voor de stichting.
  • zorgt voor tussentijdse financiële rapportages en presenteert deze in de bestuursvergadering.
  • heeft zitting in de financiële commissie ter voorbereiding van te nemen besluiten in de bestuursvergadering.
  • heeft contact met de salarisadministratie
  • heeft contact met de accountant over de controle van de jaarrekening.

Verwachte tijdsinvestering
Ongeveer acht bestuursvergaderingen van 2,5 uur (’s avonds)
Een jaarlijkse ‘heidag’ met alle betrokkenen.
Af en toe overleg met de directeur.
Financiële zaken ongeveer 10 uur per maand.

Profiel
De penningmeester die wij zoeken, heeft relevante ervaring met het voeren van financieel beleid, bij voorkeur in een vergelijkbare situatie waarin de inkomsten ieder jaar opnieuw onzeker zijn. Het is een functie op basis van vrijwilligheid. Affiniteit met de doelstelling van de stichting is een voorwaarde. Wil je meer weten of doorpraten? Kijk op www.buurtpastoraatutrecht.nl en/of neem contact op met directeur Erica Euving via e.euving@buurtpastoraatutrecht.nl of 06-13068230. Bij haar kun je ook je belangstelling aangeven, liefst voor 20 oktober. Daarna gaan we in gesprek en volgt een kennismakingsperiode over en weer.